De toename hangt sterk samen met de Wet seksuele misdrijven die op 1 juli 2024 is ingevoerd. Met die wet hoeft het niet meer bewezen te worden dat er dwang was (lichamelijk of met bedreiging) om van verkrachting of aanranding te spreken. Ook signalen als wegdraaien of verstijven kunnen nu strafbaar zijn wanneer duidelijk blijkt dat iemand geen toestemming geeft.
Verder is seksuele intimidatie in het openbaar strafbaar geworden, evenals op sociale media en publieke websites. De wet breidt ook uit wanneer het gaat om situaties met kinderen: benadering van kinderen onder de 16, of 16- en 17-jarigen in een kwetsbare positie, is nu ook strafbaar onder de nieuwe regels. Bepaalde maximumstraffen zijn verhoogd.
Door deze wetswijzigingen is de drempel om te melden of aangifte te doen lager geworden. Slachtoffers lijken zich vaker gesteund te voelen om ook oude incidenten te melden of om situaties waarin toestemming onduidelijk was aan te geven.
Met meer meldingen komt ook meer werk voor zedenteams. De politie ervaart dat de druk op die teams weer toeneemt, mede omdat veel medewerkers vertrekken door pensioen of doordat er onvoldoende vervanging is.Slachtoffers kwamen in het verleden vaak obstakels tegen bij het doen van aangifte. Voorheen werd een ‘informatief gesprek’ gevoerd, bedoeld om het slachtoffer in te lichten over wat een aangifte kan betekenen, maar sommigen vonden dat ontmoedigend. Die aanpak is afgeschaft.
Er wordt gewerkt aan betere samenwerking met hulpverleningsinstanties. Zo worden onderzoeken of meldingen gezamenlijk beoordeeld zodat slachtoffers minder vaak hun verhaal hoeven te herhalen.
Recent gebeurde er in de samenleving een aantal voorvallen waarover uitvoerig is bericht. De moord op Lisa en een recente verkrachting in Amsterdam leidden tot veel publiciteit, wat op zijn beurt weer de aandacht op zedenmisdrijven vergroot. Mensen bellen vaker met hulpcentra of melden dingen die al wat ouder zijn.
Het publiek debat over seksueel geweld, toestemming en veiligheid speelt mee. Er is meer gesprek, meer discussie, meer bewustzijn. Dat kan slachtoffers aanmoedigen om actie te ondernemen. Tegelijkertijd betekent meer aandacht ook dat onthullingen die eerder niet gedeeld werden nu wel openbaar komen.
Naast de politiegegevens laten onderzoeken zien dat seksueel grensoverschrijdend gedrag onder de bevolking blijft voorkomen op grote schaal. Volgens de Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Grensoverschrijdend gedrag van het CBS en WODC heeft in 2024 zo’n 11,6% van mensen van 16 jaar of ouder te maken gehad met seksueel grensoverschrijdend gedrag in de afgelopen 12 maanden. Dat varieert van offline intimidatie tot fysiek geweld.
Bij jongeren tussen 13 en 24 jaar zijn de percentages nog hoger voor bepaalde vormen. Onder meisjes komt fysiek seksueel grensoverschrijdend gedrag relatief vaak voor vergeleken met jongens.
Als je iets meemaakt of hebt meegemaakt dat je niet vertrouwd, kun je hulp zoeken bij politie, slachtoffershulp of organisaties die gespecialiseerd zijn in seksueel geweld. Het feit dat het minder noodzakelijk is om bewijs van dwang te leveren kan het makkelijker maken om aangifte te doen.
Als reactie op de stijging zal waarschijnlijk capaciteit bij politie en hulpinstanties verder aangepast moeten worden zodat slachtoffers sneller opvang krijgen. Je kunt rekenen op meer publiek debat, en mogelijk meer beleidsmaatregelen gericht op preventie, voorlichting en signalering.
De stijging in meldingen laat zien dat de maatschappij verandert, wetten veranderen en mensen meer van zich laten horen als ze misbruik hebben ervaren of zien gebeuren. Seksueel misbruik was er al, maar hoe vaker mensen melden, hoe beter we inzicht krijgen in omvang en aard. Dat is belangrijk voor begrip, recht, en voor het verbeteren van hulp en bescherming voor slachtoffers.